'Het gaat niet om het bedrag, maar om een goed verhaal'
Hoeveel kost invoeren van het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering? Het is aan André de Jong, de financieel expert in de Commissie Implementatie nieuw Wetboek van Strafvordering, om die vraag te beantwoorden. Best complex, geeft hij toe, in een strafrechtketen die zo'n twintig partijen telt en waar veranderingen in de hele keten doorwerken. 'Iedereen moet aan de bak. Wij kijken kritisch en stellen steeds de vraag: leg het uit.'
De Jongs voornaamste taak in de commissie is het zorgen voor een goede financiële raming van de kosten die het gemoderniseerde wetboek met zich meebrengt. Die taak kreeg hij niet voor niets toebedeeld. Met twintig jaar ervaring bij het Centraal Planbureau en tien jaar bij het ministerie van Financiën - waarvan vijf als directeur-generaal Rijksbegroting - brengt hij een schat aan financiële expertise met zich mee.
'Bij elk wetsvoorstel dat in de ministerraad aan de orde komt, hoort een stevige financiële onderbouwing. Je kunt er niet omheen om inzicht te geven in de kosten en de baten', zegt De Jong. 'Bij het nieuwe Wetboek van Strafvordering is dat best complex, want in de strafrechtketen vind je alles bij elkaar wel een stuk of twintig organisaties, en die moeten allemaal bekijken: wat betekent dit voor ons?'
Opleiding, IT, huisvesting
Een belangrijke kostenpost is het opleiden van de tienduizenden mensen die straks met het gemoderniseerde wetboek gaan werken. Maar ook IT-systemen en formulieren moeten worden aangepast, en wellicht ook de huisvesting. De Jong: 'In het nieuwe wetboek krijgt de rechter-commissaris een grotere rol in het voorbereidend onderzoek, maar betekent dat ook dat daarvoor aanpassingen moeten komen in de rechtbanken? Dan moet je dus eigenlijk alle rechtbanken gaan bekijken.'
Een andere complexe factor om financieel in kaart te krijgen is de werklast. De Jong: 'Betekent het nieuwe wetboek dat je minder werk krijgt en zo ja, om welk bedrag gaat het dan? Het gaat om de strafrechtketen, dus als er bij mij iets verandert, wat betekent dat dan voor de partij die voor of na mij in de keten zit?'
'Aan de bak'
Een hoofdrol bij het maken van die complexe rekensom is weggelegd voor de partijen in het strafproces zelf. De Jong: 'Voor ons is het onmogelijk om dat zelf allemaal na te gaan, dus werken we nauw samen met alle ketenpartners. Iedereen moet aan de bak om een zo goed mogelijke raming aan te leveren. Als je ziet dat de ene organisatie 80 uur nodig heeft om een medewerker op te leiden in het werken met het nieuwe wetboek en een andere 30, dan vragen wij naar de reden van dat verschil. Wij kijken kritisch en stellen steeds vanuit de inhoud de vraag: leg het uit. Het gaat om argumenten; de ketenpartners moeten ons overtuigen. Mij maakt het niet uit of het uiteindelijke bedrag hoog is of laag. Het gaat om een goed verhaal dat goed is onderbouwd.'
Al is hij zelf geen strafrechtexpert, van het belang van het nieuwe wetboek hoef je De Jong niet te overtuigen. 'Het Wetboek van Strafvordering in zijn huidige vorm is bijna honderd jaar oud. Het is hoog tijd voor groot onderhoud. Dat gaat over moderne inzichten over de behandeling van verdachten en slachtoffers, maar ook over de manier waarop je politie en justitie in staat stelt met moderne techniek moderne vormen van criminaliteit op te sporen. Als je door achterlopende wetgeving daarin vastloopt, is dat slecht voor het rechtsgevoel. Het gaat om de effectiviteit van de strafvordering.'