Streefnormen voor doorlooptijden jeugdstrafzaken herijkt

Verkorten doorlooptijden jeugd is één van de prioriteiten van het Bestuurlijk Ketenberaad (BKB). Op 21 maart 2024 stemde het BKB in met herijkte streefnormen voor doorlooptijden jeugdstrafzaken. Eerder is aan de Tweede Kamer gemeld dat de oorspronkelijke zogenaamde Kalsbeeknormen niet meer aansluiten op de huidige werkprocessen. Daarom zijn de normen herijkt, samen met de ketenpartners.

Nieuwe streefnormen: ambitieus én realistisch

Op basis van een eindadvies, opgeleverd door advies- en onderzoeksbureau Significant, zijn streefnormen geformuleerd voor de langere termijn (binnen 4 jaar). Uitgangspunt is geweest dat de normen ambitieus én realistisch zijn. De streefnormen zijn geformuleerd als doorlooptijd waarbinnen 80% van de zaken moet zijn afgerond. Vanwege deze hoge ambitie heeft het BKB het unanieme advies van het Coördinerend Beraad Jeugd (CBJ) overgenomen om voor de kortere termijn een lager percentage te hanteren, namelijk 70% binnen 2 jaar. Het startpunt is het moment waarop de politie een minderjarige als verdachte in een zaak aanmerkt, en als zodanig registreert.

Het gaat om normen voor ketenpartners afzonderlijk (politie, Openbaar Ministerie en rechtspraak), en voor de totale ketendoorlooptijden tot en met de afdoeningsbeslissing in een zaak.

Voor de adviezen van de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en rapporten van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) zijn normen voor tijdige levering/leveringsbetrouwbaarheid (in plaats van doorlooptijd) geformuleerd. Dit betekent dat 95% van de adviezen/rapporten moet zijn geleverd op de afgesproken periode voorafgaand aan een zitting.

Het herijken van de normen is geen doel op zich, maar heeft als doel het daadwerkelijk verkorten van de doorlooptijden. Het pedagogische uitgangspunt van de jeugdstrafrechtketen is dat een interventie snel op een delict moet volgen. Te lange doorlooptijden conflicteren met dit uitgangspunt.

Implementatie herijkte normen in de regio’s nu van belang

Het operationaliseren van de indicatoren en normen kan niet zonder sturing en actie in de keten. Nu de herijkte normen zijn vastgesteld, is ten eerste van belang dat de ketenpartners binnen de eigen organisatie communiceren over de streefnormen, en dat de normen vanaf 2025 onderdeel gaan uitmaken van de jaarplancyclus van de organisaties. Het streven is dat de monitor, waarmee regio’s inzicht krijgen in de doorlooptijden volgens de indicatoren en normen, in de zomer van 2024 operationeel is. De leden van het CBJ blijven uiteraard actief bij dit implementatieproces betrokken.

Een belangrijke voorwaarde voor de implementatie van de normen in de regio’s, naast de beschikbaarheid van een monitor/dashboard, is de aanwezigheid van de regionale ketencoördinatoren, aangevuld met tijdelijke landelijke aanjaagcapaciteit. Hierbij is 0,5 fte voor in beginsel een jaar het uitgangspunt, te positioneren bij en te financieren door de Directie Strafrechtketen (DSK). Deze verzorgt de werving en aansturing van de landelijke aanjager.

Heeft u nog vragen naar aanleiding van dit bericht, mailt u dan naar strafrechtketen@minjenv.nl.