Het delen van data gaat de strafrechtketen veel brengen

Directie Strafrechtketen (DSK) onderzoekt samen met het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC),  het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB),  de Raad voor de Rechtspraak (RvdR), de Politie en het Openbaar Ministerie (OM) hoe de bestuurlijke informatievoorziening beter kan in de strafrechtketen. Het onderzoek heeft geleid tot een voorstel waarbij de data van de afzonderlijke organisaties en de kennis over die data centraal in een gezamenlijke omgeving - de Data Alliantie voor de Strafrechtketen (DAS) - worden ontsloten. Wat zijn de voordelen van het gezamenlijk ontsluiten van data? 

  • Frans van Dijk, hoogleraar empirische analyse rechtssystemen aan de universiteit van Utrecht en adviseur bij de Raad voor de Rechtspraak
  • Ron Maas, hoofd nationale briefing bij de politie, is verantwoordelijk voor de strategische briefing van de politietop
  • Jeroen de Ridder, coördinerend adviseur Fact Factory bij het OM

Jaarlijkse verschijnt de publicatie Criminaliteit en Rechtshandhaving met cijfers over de strafrechtketen. In welk opzicht gaat de DAS een stap verder?

Jeroen de Ridder: “Het rapport Criminaliteit en Rechtshandhaving, onze ‘cijferbijbel’, heeft als doel om één waarheid te presenteren. Maar de cijfers wijken af van de jaarberichten van het OM en verschillen van de statistieken van het CBS.”
Frans van Dijk: “Elk jaar is er gedoe over definities; elke organisatie maakt namelijk andere keuzes in de hantering van begrippen.”
Ron Maas: “Hoe staat het bijvoorbeeld met de woninginbraken? Als je gegevens opvraagt bij ZM en OM, krijg je twee verschillende antwoorden. Aan het publiek is dit niet uit te leggen. De politie is al langer bezig met open data. Het lijkt ons een goede stap om van een schriftelijke publicatie naar een open data-constructie voor alle ketenpartners te gaan.”

Ron Maas

Wat is het voordeel van zo’n open data constructie?

Maas: “Als wetenschappers, journalisten of Tweede Kamerleden vragen naar veiligheidscijfers, hoeven we niet meer te verwijzen naar een rapport dat we eens per jaar publiceren, maar kunnen we verwijzen naar een eenduidige bron met actuele gegevens. Ook voor de strafrechtketen zelf is het goed om één transparante bron te hebben. Een zuiver beeld voorkomt onduidelijkheden, het is beter voor de beeldvorming en ons werk is makkelijker te verantwoorden.”
Van Dijk: “Bovendien is het een stuk efficiënter. Als we nu onderzoek doen naar een onderwerp, moeten we iedere keer opnieuw gegevens verzamelen en daar afspraken over maken.”
De Ridder: “Een ander voordeel is dat we straks analyses kunnen maken over organisatiegrenzen heen. We kunnen nu bestuderen hoe een strafzaak binnen het OM verliep, maar voor een slachtoffer of verdachte maakt het niet uit hoe een individuele organisatie werkt. Voor hen heeft justitie één gezicht. Als we alle data bij elkaar brengen, kunnen we meten hoe de keten als geheel functioneert. Dat zegt veel meer dan het werk van één enkele schakel.”

Dat klinkt logisch.

De Ridder: “Zeker, maar het is nog geen vanzelfsprekendheid. Pas sinds een jaar of drie wisselen we als OM actief gegevens uit met politie en Rechtspraak. Voor die tijd vonden we het heel spannend om een andere ketenpartner in onze keuken te laten kijken, want dan hebben ze daar ook een mening over. Met de politie en de Rechtspraak hebben we deze horde al genomen. Maar het is spannend om informatie te delen. Er is toch vaak angst dat anderen aan de haal gaan met informatie en gegevens verkeerd interpreteren.”

Om wat voor data gaat het precies?

De Ridder: “Het OM wil allerlei informatie over strafzaken ontsluiten, zoals het aantal verdachten dat bij het OM in- en uitstroomt. Maar ook: om wat voor type delict gaat het, de leeftijd en het geslacht van de verdachte en de reactie van de strafrechtketen.”
Van Dijk: “Belangrijk om te vermelden: we gaan geen individuele gegevens openbaar maken. We leveren microdata. Deze data worden zo bewerkt dat gegevens niet te herleiden zijn tot personen. De statistieken die met de DAS worden gemaakt, zijn geaggregeerde overzichten en inzichten.”
De Ridder: “Op Statline van het CBS zijn al veel data te vinden. Alle statistieken die we vanuit de CBS-wet moeten maken, gaan we slimmer aanpakken via de DAS.”

Wat zijn aandachtspunten bij het openbaar maken van data?

De Ridder: “We formuleren goede spelregels met elkaar over het delen van informatie.”
Van Dijk: “Een van de spelregels is dat alleen de eigenaar van microdata over deze data gaat. Andere ketenpartners mogen bijvoorbeeld niet zomaar de gegevens van rechters inzien; de bescherming van gegevens is belangrijk. De onafhankelijkheid van de rechtspraak mag niet in het geding zijn en de privacy van rechtzoekenden moet zijn gewaarborgd.”

Frans van Dijk

Wat gaan de professionals in de strafrechtketen ervan merken?

Maas: “Politieagenten in het primaire proces gaan er niet direct iets van merken. De DAS is vooral interessant voor mensen die op strategisch niveau beleid maken.”
Van Dijk: “Op basis van overkoepelende data kunnen we zien wat werkt en kunnen we  evidence based beleid maken. De Rechtspraak hecht waarde aan wetenschappelijke onderbouwing van beleid.”
De Ridder: “Ook professionals bij het OM gaan er in hun dagelijks werk niet meteen iets van merken. In eerste instantie gaat het vooral over aantallen zaken die bij het OM in- en uitstromen. Een stap verder in het proces wordt het voor professionals interessant, als we informatie gaan verrijken, bijvoorbeeld met informatie over de achtergronden van de populatie verdachten. Heeft een verdachte vaker dan gemiddeld financiële of geestelijke problemen? Vaak komen mensen niet toevallig in aanraking met de strafrechtketen, er schuilt een wereld achter. Als we hier meer grip op krijgen, dan kunnen we interventies gerichter inzetten. Ook informatie over het executieverleden is relevant. Hoe staat het bijvoorbeeld met de betalingsbereidheid van een verdachte en heeft iemand eerder vastgezeten voor een delict? Maar, en dat kan niet vaak genoeg worden benadrukt worden, dit soort analyses zullen nooit te herleiden zijn tot een persoon.”

In welke fase bevindt het project DAS zich nu?

Van Dijk: “Op dit moment wordt er gekeken of de plannen technisch uitvoerbaar zijn. Als alle ketenpartners in januari 2020 groen licht hebben gegeven, kunnen we beginnen met de bouw. Om het betaalbaar te houden, baseren we ons op de middelen die het CBS al heeft ontwikkeld. Vervolgens gaan de verschillende ketenpartners data leveren.”
De Ridder: “Intussen bereidt het OM deze datalevering voor. Dat is een gevoelig proces: we gaan data leveren over miljoenen zaken met honderdduizenden verdachten. Uiteraard willen we dit veilig doen, volgens alle juridische regels omtrent privacy.”
Maas: “En verder zijn we op dit moment bezig met het enthousiasmeren van zoveel mogelijk partijen. Het delen van data gaat ons veel brengen. Wij zijn er klaar voor!”

‘DAS geeft impuls aan duurzame samenwerking in de strafrechtketen’
Hugo Hillenaar, directeur Strafrechtketen op het ministerie van JenV: “Eind 2015 sloten we in Hotel New York het verdrag ‘Duurzame samenwerking in de strafrechtketen.’ De DAS gaat leiden tot meer data-gedreven samenwerking in de keten, een essentiële stap in deze duurzame samenwerking. Zoals je nu ziet, lopen definities uiteen en zijn cijfers moeilijk met elkaar te vergelijken. Als we straks met eenduidige definities werken en data hebben waar iedereen achter staat, kunnen we samen analyses doen. Analyses waarbij we niet alleen kijken naar prestaties in de eigen organisatie, maar ook naar het functioneren van de strafrechtketen als geheel, waarbij al deze sterke organisaties afhankelijk zijn van elkaar. Door informatie op een open en transparante manier uit te wisselen, kunnen we noodzakelijke verbeteringen vanuit data vorm en inhoud geven.”

‘Datagedreven samenwerking in optima forma’

Ilanah Schriki, directeur Quartaire Sector CBS: “Het J&V-domein is volop bezig met innovatie, datagedreven werken en bedenkt daarbij slimme oplossingen met behulp van techniek en samenwerking. De samenwerking in de Data Alliantie Strafrechtketen, waarbij ook het CBS is betrokken, is daarvan een goed voorbeeld. De keten wil in samenhang betrouwbare onafhankelijke informatie kunnen volgen in de tijd. Dankzij dit initiatief zijn er straks minder dataleveringen nodig, ontstaat er minder vervuiling of verwarring over wat bepaalde data betekenen en verkrijgen we voor het eerst goed inzicht in hoe personen en zaken door de keten gaan. Het CBS levert kennis en expertise om dit voor elkaar te krijgen en maakt zelf ook statistieken. Groot voordeel is dat we straks eenduidiger en binnen de kaders van de privacywetgeving data over vele onderwerpen kunnen analyseren, denk aan kwetsbare doelgroepen of recidive. Ketenorganisaties kunnen samen publiceren over definities, fenomenen en relaties daartussen, waardoor er minder vragen zullen ontstaan over wat er aan data ligt en er meer aandacht kan zijn voor wat we nog niet weten. Ook de wens om als overheid transparant te zijn via bijvoorbeeld open data kunnen we hiermee realiseren. Via een dashboard met ‘metertjes en wijzertjes’ kunnen beleidsmedewerkers en belangstellenden straks geaggregeerde informatie over de strafrechtketen bekijken, op één plaats bij elkaar in samenhang en met toelichtingen. Wat ons betreft een schoolvoorbeeld van een uitstekende datagedreven samenwerking.”