‘Jij bent de betrouwbare en constante factor’
De samenwerking binnen de strafrechtketen op regionaal niveau verbeteren. Zo luidt de opdracht aan de gloednieuwe Ketencoördinatoren. Maar hoe doe je dat en wat heb je daarvoor nodig? Bertine Koekkoek, die als Kwartiermaker Ketensamenwerking ZSM op landelijk niveau een vergelijkbare functie bekleedt, doet een boekje open.
“Je bent een schaap met vijf poten. Je moet beleidstukken kunnen schrijven, concrete adviezen kunnen formuleren, procesbeslissingen durven nemen en verbetertrajecten tussen verschillende organisaties kunnen begeleiden. Doen wat nodig is”, somt Bertine op. Zelf is ze al zes jaar actief als Kwartiermaker Ketensamenwerking ZSM, waarbij ze als opdracht heeft om de samenwerking in het netwerk door te ontwikkelen. “Het duurt een tijdje voordat je effectief kunt worden. Dit is niet iets wat je even een jaartje gaat doen. Het kost tijd om goed in alle contacten en structuren te komen. Daarbij gaan veranderingen in de keten nou eenmaal langzaam. Ook daar is tijd voor nodig.”
Een mooi startpunt voor een ketencoördinator is volgens Bertine het in kaart brengen van de regio. Daarbij is nieuwsgierigheid een vereiste. “Welke overleggen en aanspreekpunten zijn er al? Op bestuurlijk niveau worden de kaders vastgesteld; over de invulling zul je op operationeel niveau de weg moeten vinden. Wat zijn de doorlooptijden, hoe zit het met de werkvoorraden, waar zijn de opstopplekken en waar liggen de mogelijkheden voor verbetering?” Belangrijk daarbij is om alle organisatiebelangen op tafel te krijgen, weet Bertine. “Anders ontstaat er een soort tegenwerkende onderstroom. Iedereen kan zich vinden in het maatschappelijke effect, maar bij het concretiseren van de verbeteraanpak beginnen de discussies. Daar is sensitiviteit, inzicht en begrip naar elkaar voor nodig.”
“Maatschappelijke problemen kun je niet vanuit één organisatie oplossen, dat moet je samendoen.”
Niet te snel
Wat Bertine in de afgelopen zes jaar vooral leerde, is dat je zelf het verbeterproces goed moet overzien, en voorstellen in overzichtelijke stappen moet voorleggen aan bestuurders. “In het begin wilde ik te snel. Bestuurders zullen nooit akkoord geven als de consequenties nog onvoldoende concreet zijn. Door alle organisaties zo open mogelijk te betrekken, creëer je draagvlak en lever je realistische voorstellen aan.”
Doorzettingsvermogen is zeker geen overbodige luxe voor een ketencoördinator. “De prioriteit binnen de ketenorganisaties ligt nou eenmaal bij de eigen ambities, dat is logisch. Al gauw kwam ik erachter: als er niemand is zoals ik, verandert er niets. Natuurlijk, de dagelijkse gang van zaken loopt gewoon door, maar voor de doorontwikkeling is meestal onvoldoende tijd. Dat aanjagen van de samenwerking is een belangrijke taak voor de ketencoördinator. Iedereen heeft het al kneiterdruk; jij moet daarom het initiatief blijven nemen, faciliterend ondersteunen en ontzorgen. Bijvoorbeeld door een bijeenkomst voor een werkgroep te organiseren, voor te bereiden, voor te zitten en de afspraken uit te werken. Vaak ben je na het maken van onderlinge afspraken de enige die trekt en duwt, dat hoort bij deze functie. Besef dat jij de betrouwbare en constante factor bent.”
Het is een zelfstandige functie, die volgens Bertine een bepaalde senioriteit vraagt. “Je bent onafhankelijk en neutraal, maar niet afzijdig. Je moet laveren tussen de verschillende, soms tegengestelde belangen. Een ketensamenwerking is van iedereen en ook eigenlijk van niemand. Doordat je organisatieoverstijgend werkt, maak je nergens onderdeel van uit. Soms voelt dat eenzaam. Gelukkig komt er voor alle ketencoördinatoren een landelijk netwerk, waar zij onderling hun ervaringen kunnen uitwisselen en van elkaar kunnen leren.”
“Je bent onafhankelijk en neutraal, maar niet afzijdig.”
Nooit klaar
Zelf wordt Bertine enorm enthousiast van dingen verbeteren. “Ik houd niet van schoonmaken, wel van klussen. Ik wil bijdragen aan een sociale samenleving en zit hier prima op het snijvlak van straf en zorg. Ik houd van ontwikkelen, maar wil ook sturen. Dat kan in deze functie. Maatschappelijke problemen zoals criminaliteit kun je niet vanuit één organisatie oplossen, dat moet je samendoen. Daarom moet je partijen goed kunnen samenbrengen. Ook moet je kunnen accepteren dat er altijd wel iets beter kan. Het is nooit af.”
Een verbetertraject waar Bertine zelf trots op is, is de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld met Veilig Thuis. “Voorheen gingen Veilig Thuis en de ZSM-organisaties afzonderlijk aan de slag met een huiselijk geweld incident. De verschillende organisaties deden los hun eigen ding, wat elkaar soms tegenwerkte en waarbij gaten vielen. Een melding van huiselijk geweld kreeg Veilig Thuis soms pas na een paar dagen door. Dan hadden we op ZSM al een besluit genomen. Nu wordt Veilig Thuis direct na een aanhouding voor huiselijk geweld betrokken en vindt er afstemming plaats. Elke organisatie voert zijn eigen wettelijke taak uit, maar wel gelijktijdig. Daardoor krijgen ze samen zicht op de acute situatie, wat nodig is om de veiligheid van alle betrokkenen te borgen. De hulpverlening is meer leidend en partijen werken veel nauwer samen.”
Nog een laatste tip voor de nieuwe ketencoördinatoren? “Zoek elkaar op en maak gebruik van elkaars ervaringen. Ligt dit nou aan mij? Waar loop jij tegenaan? Hoe pak jij dat op? Gewoon ergens je frustratie kunnen delen: dat heb je soms echt nodig.”