'Hoe eerder je een vonnis hebt, hoe beter het is'
Een logischer en overzichtelijker wetboek dat uitzicht biedt op kortere doorlooptijden in strafzaken. Voor Hanneke Ekelmans, referent voor de opsporing binnen de Korpsleiding van de politie, is het een aanlokkelijk perspectief. En ook voor al haar collega's, zegt ze. 'Als jij staat voor de rechtsstaat, is het heel motiverend als je sneller hoort wat jouw bijdrage aan een strafzaak heeft opgeleverd.'
Ekelmans omschrijft het huidige Wetboek van Strafvordering als 'een gereedschapskist die van lang geleden is en waar in de loop van de tijd van alles bij in is gestopt. We zeggen nu: "We gaan die kist eens opnieuw indelen zodat je in één keer het goeie gereedschap te pakken hebt". Dat is wat mijn collega's willen.'
Het nieuwe wetboek biedt volgens Ekelmans ook kansen omdat veel meer juridisch wordt uitgewerkt in de voorfase van het strafproces, nog voordat een zaak op zitting komt. 'Het streven naar een beweging naar voren vind ik echt goed', zegt Ekelmans. 'Je kan eerder zien wat er nog nodig is en zorgen dat het ook in een rap tempo gebeurt. Dat is veel beter dan de praktijk van nu. En het scheelt aanhoudingen en daarmee schaarse zittingsruimte. Als een zitting wordt aangehouden omdat er nog onderzoeksvragen te beantwoorden zijn, is dat belastend; niet alleen voor slachtoffers, ook voor verdachten.'
Iedereen heeft baat bij kortere doorlooptijden, vindt ze. Niet alleen verdachten en slachtoffers, maar ook politiemensen. 'Als jij staat voor de rechtsstaat, is het heel motiverend als je sneller hoort wat jouw bijdrage aan een strafzaak heeft opgeleverd. Hoe eerder er een vonnis in eerste aanleg ligt, hoe beter het is.'
'Niet onderschatten'
De indeling van het Wetboek van Strafvordering gaat grondig op de schop. Daar wordt het logischer en overzichtelijker van, en dat gaat in de praktijk tijd schelen en logischer dossiers opleveren, denkt Ekelmans. 'Het is ook een stuk makkelijker onthouden. Maar onderschat niet wat die verandering betekent. Ik herinner me dat ik ooit college kreeg voor het hanteren van het Burgerlijk Wetboek, en wat het betekende toen het nieuwe wetboek uitkwam. Kun je eenmaal lezen en schrijven met het wetboek, wordt het totaal omgegooid.'
Voor de politie betekent het nieuwe wetboek dus massaal omscholen. Ekelmans: 'Het is een enorme inspanning om het merendeel van 60.000 collega's vertrouwd te maken met het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Dat doe je niet in een paar uur, dat gaat om dagen. Voor ons is belangrijk dat we daarvoor de gelegenheid krijgen, en dat er tegelijk niet nog allerlei andere initiatieven zijn op het gebied van wetgeving waarin collega's moeten worden opgeleid. Want politiemensen die worden opgeleid zijn niet op straat en niet bezig met opsporingshandelingen. Wij zijn blij met het nieuwe wetboek, maar we leggen er wel naast dat invoeren van dat wetboek inspanning vergt en geld kost - die dingen horen bij elkaar.'
Zoeking in de cloud
Tevreden is Ekelmans met de nieuwe bevoegdheden in het wetboek, die zijn toegesneden op het digitale tijdperk. 'De fysieke en de digitale wereld zijn niet langer gescheiden', zegt ze. 'Als wij een verdachte hebben, is het waarschijnlijk dat die zijn gegevens opslaat in de cloud. Zoeking in een garagebox of in een kantoor, dat kan ik je zo vertellen, maar de cloud? Dat soort zaken worden straks keurig geregeld in het nieuwe wetboek.'
Een andere goede toevoeging, vindt Ekelmans, is het bevel data-analyse. 'Als wij in een onderzoek data opvragen, krijgen we die ongestructureerd: een bak gegevens die je moet gaan doorzoeken. Terwijl je bijna altijd een heel gerichte vraag hebt: waren die voertuigen daar in dat tijdsbestek, of straalden die telefoons aan op die mast? Met het nieuwe wetboek kunnen we degene die de data heeft vragen die analyse al te maken. Ook bijvoorbeeld aan een bedrijf, zodat je niet na een zoeking met achttien dozen vertrekt, maar vraagt: over die klantrelatie willen we de gegevens uit jullie systemen hebben.'
'Verantwoorden hoort erbij'
Ook het gebruik van audiovisueel materiaal als zelfstandig bewijs kan in de toekomst het strafproces efficiënter maken, denkt Ekelmans. 'Het hoort bij ons werk dat we verantwoorden wat we doen. Soms hebben wij de beelden waarop staat wat een verdachte heeft gedaan, keurig met alle context. Je ziet duidelijk wat het aandeel van de verdachte is en die verdachte heeft ook bekend. Dan is het zonde als wij vervolgens dagen moeten gaan tikken om alles ook nog een keer van tekst te voorzien. Als wij daar minder tijd aan kunnen besteden, maar nog steeds de transparantie kunnen leveren waardoor voor advocaten, verdachten, officieren en rechters helder is wat wij hebben gedaan, scheelt dat heel veel.'
In de praktijk is het zoeken naar de juiste balans. Ekelmans: 'Je wilt dat het de hele keten helpt. Daarom starten we een pilot met het gebruik van audiovisuele bewijsmiddelen als zelfstandig bewijs. Dan kun je met elkaar bedenken hoe je zorgt dat je als politie duidelijk maakt waar wij denken dat procesdeelnemers precies moeten kijken om de context scherp te hebben, zodat rechters vervolgens niet zelf urenlang naar een opname moeten gaan kijken. Dat is ketensamenwerking. Je moet van tevoren met elkaar bespreken wat de impact is van een wijziging in jouw organisatie op het werk van de ander.'
Rekening houden met de ander
Samenwerking in de strafrechtketen is lang geen vanzelfsprekendheid geweest, weet Ekelmans. 'We komen van ver. In essentie gaat het erom dat je je ervan bewust bent dat het bedrijfsproces van anderen in de strafrechtketen voor jou relevant is en dat je daar rekening mee te houden hebt. Misschien ongemakkelijk, maar het is wel de verplichting die je hebt.'
Het afgelopen jaar kwam corona met nieuwe uitdagingen. 'Tijdens de eerste coronagolf stopten de rechtbanken met fysieke zittingen', vertelt Ekelmans. 'Met reden, maar we hebben ervan geleerd dat we in zulke gevallen eerder moeten bekijken: wat betekent dat over en weer? Je hebt gedetineerdenzittingen, daar gelden termijnen voor, je zit met de verlenging van gevangenhouding... Dat was best spannend. Het is allemaal digitaal geregeld, maar wel met stoom en kokend water. Daarna zag je dat bij de vervolgstappen steeds wel eerst overleg was: wie doet wat. Zodat je elkaar niet verrast. Het is mooi om te zien hoe een gemeenschappelijk probleem als corona heeft geleid tot creativiteit. Ik denk dat we zonder corona nog lang hadden gepraat over digitale zittingen en nu zijn we het gewoon gaan doen.'
In het advies over de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering hamert de commissie Letschert erop dat betere ketensamenwerking hard nodig is om digitalisering van de strafrechtketen te ondersteunen. Ekelmans is het daar hartgrondig mee eens. 'Organisaties werken vaak al tientallen jaren met hun eigen systeem en vinden het al ingewikkeld genoeg om dat up to date te houden. Met die IT-erfenis wil je nu iets bouwen dat zorgt dat stukken soepel de hele digitale keten doorgaan. Dat is echt een voorwaarde. Ik kan nog zo leuk zeggen: "Ik stuur je nu een digitaal dossier". Maar als de ontvanger het niet kan verwerken, houdt het op.'