Eensgezinde strafrechtketen: kom op met dat nieuwe wetboek
Wat Fred Westerbeke betreft, hoofdcommissaris van politie in Rotterdam en landelijk portefeuillehouder generieke opsporing bij de politie, moet het nieuwe Wetboek van Strafvordering er zo snel mogelijk komen. Dat zei hij tijdens een briefing over het nieuwe wetboek in het Haagse perscentrum Nieuwspoort op 24 juni - precies op de dag dat de Innovatiewet Strafvordering naar de Tweede Kamer werd gezonden, die een aantal pilots mogelijk maakt die vooruitlopen op het nieuwe wetboek. Westerbeke: 'Het kan ons niet snel genoeg gaan.'
Westerbeke ziet hoe de digitalisering de ontwikkeling van de criminaliteit beïnvloedt. 'Veel traditionele vormen van criminaliteit lopen terug. Daar tegenover zie je dat nieuwe vormen opkomen en je ziet een enorme ontwikkeling van gebruik van digitale middelen in de georganiseerde criminaliteit.' Zaken als het zoeken van gegevens in de cloud moeten daarom volgens Westerbeke zo snel mogelijk tot de opsporingsmogelijkheden behoren. 'Nu kunnen wij daar niet bij.' Digitale opsporing in de cloud maakt deel uit van een van de voorgenomen pilots in de Innovatiewet.
Minder typwerk, betere opsporing
Bijval kreeg Westerbeke van Gerrit van der Burg, voorzitter van het College van Procureurs-Generaal. Die maakte met één voorbeeld duidelijk hoe hard het nieuwe wetboek nodig is: audiovisuele bewijsmiddelen zoals camerabeelden moeten volgens het huidige wetboek nog altijd helemaal worden uitgetypt om te kunnen dienen als bewijs. Het werken met audiovisueel materaal als zelfstandig bewijs is daarom ook een van de voorgestelde pilots in de Innovatiewet Strafvordering. Ook nieuwe mogelijkheden in de opsporing zoals het bevel data-analyse of het uitlezen van digitale berichten die binnenkomen ná inbeslagname van bijvoorbeeld een smartphone zijn volgens Van der Burg waardevol, net als het feit dat de posities van slachtoffer én verdachte in het proces worden versterkt.
Van der Burg benadrukte dat de invoering van het nieuwe wetboek een enorme inspanning vraagt van de partijen in de strafrechtketen. Daarom, zei Van der Burg, is het belangrijk dat die tijdens de invoering niet worden overvoerd met andere beleidsinititatieven. 'Onze organisaties hebben betrekkelijke rust nodig om ruimte te krijgen voor de invoering.'
'Pure winst'
Ook de strafrechters zijn voorstander van het nieuwe wetboek, maakte Peter Pulles, president van de rechtbank Limburg, voorzitter van de presidentenvergadering en voorzitter van de regiegroep strafrecht duidelijk. 'Ik spreek namens alle strafrechters. Het nieuwe wetboek legt meer regie bij de rechter om het strafproces goed voor te bereiden. Wij hebben last van pro formazittingen, aanhoudingen en aanvullend onderzoek dat vaak pas in een laat stadium wordt gevraagd door de advocatuur. De rechter-commissaris krijgt meer ruimte en tijd om zijn controlerende bevoegdheid uit te oefenen. Dat is pure winst.'
Maar, zei Pulles erbij, de rechtspraak heeft meer nodig dan een goed wetboek. 'OM, rechtspraak, de politie en de advocatuur moeten kunnen rekenen op een robuuste, stabiele begroting.' Daarmee herhaalde hij het pleidooi dat de landelijke kopstukken van politie, OM en rechtspraak de afgelopen maanden meer dan eens gezamenlijk lieten horen.
Regelen in regeerakkoord
Het was koren op de molen van Rianne Letschert, voorzitter van de commissie Implementatie nieuw Wetboek van Strafvordering. 'We moeten onze juridische infrastructuur bijhouden, net als onze dijken, wegen en bruggen. Het nieuwe wetboek is een gereedschapskist voor 60.000 mensen die in de strafrechtketen werken. De invoering vergt een enorme inspanning van alle partners in de keten. De ketenpartners hebben uitgedrukt hoe belangrijk het is dat het nieuwe wetboek er komt. Ik zie het als mijn missie om in het regeerakkoord geregeld te krijgen dat het geld voor de invoering er komt. Het is nu aan de politiek om de eensgezindheid van de keten te belonen.'
Acht jaar aan gewerkt
Het nieuwe wetboek ligt op dit moment voor advies bij de Raad van State. Daarvoor is acht jaar gewerkt aan de voorbereiding en het schrijven van de nieuwe wetsteksten. Marion Damave, hoofd van de afdeling straf- en sanctierecht van het ministerie van Veiligheid en Justitie, maakte die hele periode van voorbereiding mee. Zij schetste hoe het nieuwe wetboek tot stand kwam in intensieve wisselwerking met wetenschappers, partijen uit de strafrechtketen en de advocatuur. 'Mijn oma zei altijd "zonder wrijving geen glans" en dat is wat je hiervan ook kunt zeggen. Het resultaat is een toegankelijk, systematisch wetboek dat kan zorgen dat het digitale proces kan plaatsvinden en dat procedures kunnen worden gestroomlijnd.'
Aan het einde van de bijeenkomst kregen alle aanwezigen een exemplaar van Naar voren bewegen, een cahier waarin een aantal interviews met partijen uit het strafrecht over het nieuwe wetboek is gebundeld.
Download hier het cahier.
Een opname van de briefing is hier te zien.