Sneller (op)sporen bij forensisch onderzoek
De digitale uitwisseling in de keten forensisch onderzoek gaat voortvarend van start. Politie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) hebben de doorlooptijd van drugsonderzoeken drastisch verkort. Zij namen beiden een nieuw informatievoorzieningssysteem in gebruik, waardoor zij gegevens digitaal met elkaar uit kunnen wisselen. Digitaal drugsonderzoek is gerealiseerd en nu is DNA-onderzoek in 2025 aan de beurt.
De samenwerking tussen deze zelfstandig werkende organisaties is onderdeel van het Programma Effectieve IV keten forensisch onderzoek. Deze oplossing past in de lijn van de brede ketenarchitectuur van de strafrechtketen en de principes van het Duurzaam Digitaal Stelsel (DDS). Ondanks dit succes roepen betrokkenen op tot meer landelijke regie op de oplossingen voor gedigitaliseerde samenwerking.
Negen keer sneller afhandelen
Openbaar Ministerie, politie en NFI werken samen in het programma ‘Effectieve informatievoorziening keten forensisch onderzoek’. In dit programma wordt volgens de principes van het duurzaam digitaal stelsel gewerkt. De afhandeling van technische drugsonderzoeken is nu afgerond. Politie en NFI kunnen deze onderzoeken nu onderling volledig digitaal afhandelen.
De implementatie is voor NFI en negen eenheden van politie voltooid. Eindgebruikers van deze organisaties spreken hun waardering uit voor de verbeterde en nieuwe werkwijze. De doorlooptijd is enorm verkort. Bij het NFI gaat het intakeproces maar liefst negen keer sneller dan voorheen. Eindgebruikers vinden het nieuwe proces veel efficiënter en zien dat de kans op fouten is gereduceerd.
Er is brede waardering voor de manier waarop in het programma met partners uit alle geledingen is samengewerkt aan het digitaliseren van forensisch drugsonderzoek.
Zij spreken ook waardering uit voor de wijze waarop zij zijn betrokken en begeleid om zich de nieuwe werkwijze eigen te maken. Er is ook brede waardering voor de manier waarop in het programma met partners uit alle geledingen is samengewerkt aan het digitaliseren van forensisch drugsonderzoek. Met bruisende energie starten zij met de volgende stap: het digitaliseren van forensisch DNA-onderzoek.
Systemen voldeden niet meer
De vernieuwing van de IV was noodzakelijk, omdat de systemen waren verouderd. Zij waren inefficiënt en de doorlooptijden waren lang. Ze bestonden uit meerdere, losse, incompatibele applicaties. Gegevens moesten meerdere malen worden ingevoerd en er waren vele handelingen nodig. Het leidde tot fouten, vertraging in het proces en frustraties. Vele handelingen waren overbodig. “Eén uur onderzoek op plaats delict (PD) en twee uur administratie’ werd verzucht.
De systemen voldeden niet altijd aan de kwaliteitsnormen zoals de chain of custody en de chain of evidence. De berichtenuitwisseling tussen de ketenpartners was gebrekkig. Digitaal verzonden berichten werden opnieuw geprint, berichten bevonden zich tussen andere mails, en zowel het totaaloverzicht als de statusoverzichten ontbrak.
Relatief snel en efficiënt
Als forensische onderzoeksresultaten snel beschikbaar zijn dragen zij bij aan de efficiëntie van het politieonderzoek. De resultaten zijn vaak al beschikbaar op de plaats delict voordat er verdachten in beeld zijn. Steeds vaker komen tactische-, digitale- en forensische opsporing vroegtijdig bij elkaar om te bepalen welke opsporingsmiddelen het beste kunnen worden ingezet. Als de technische resultaten van forensisch onderzoek snel beschikbaar zijn, kan eerder richting worden gegeven aan het opsporingsonderzoek.
De aanpak
Het programma is een bestuurlijk samenwerkingsverband van OM, politie en NFI. Hierbij sluit de private partner Eurofins/TMFI aan. De wens is ‘meer, en sneller forensisch onderzoek met meer duiding door een effectieve IV’. Partners hebben twaalf ketenwensen benoemd waarvan de eerste vier (de basis op orde) gerealiseerd worden in het programma.
Op basis van ketenafspraken die in breder verband in de digitalisering van de strafrechtketen zijn gemaakt, wordt bij iedere ketenpartner een softwarecomponent ontwikkeld. Hierdoor wordt het mogelijk om tussen de primaire systemen van de ketenpartners de benodigde informatie te delen. Zo zijn alle betrokkenen bij een bepaald forensisch onderzoek altijd op de hoogte van de status. Uiteraard binnen de spelregels van Privacy en Security.
De zelfstandige en gelijkwaardige partners in de IV-keten hebben eigen taken, rollen en verantwoordelijkheden. Daarnaast hebben zij eigen belangen, een eigen cultuur. Zij verschillen qua omvang, in spankracht en organisatie en hebben eigen systemen, maar hebben wel een gemeenschappelijk ketendoel. Het is een complexe context waarin de partners ervoor kozen om de landelijke standaarden en principes te volgen.
Dit houdt in dat er geen groot gezamenlijk ketensysteem wordt gebouwd, maar dat er eigen IV-systemen worden gerealiseerd, die voldoen aan de IV-principes van de Strafrechtketen, zodat gegevens uitwisselbaar worden. Daarnaast wordt gewerkt via verticale sturing in de eigen organisatie en gelijkwaardige horizontale samenwerking onderling. Het gezamenlijk opgericht IV Ketenteam ondersteunt dit proces en voert de regie.
In overeenstemming met de landelijke standaard wordt er gewerkt in plateaus. Er is gekozen voor het eerst digitaliseren van het werkproces forensisch onderzoek drugs (Plateau 1, 2024), waarna het forensisch onderzoek DNA volgt (Plateau 2 en verder, 2025). Deze ketenuitgangspunten maken de samenwerking in deze complexe context succesvol.
90 procent forensisch onderzoek gedigitaliseerd
Met het digitaliseren van drugs- en DNA-onderzoek is 90% van het forensisch onderzoek in de keten gedigitaliseerd. Dat zijn 40.000 zaken op jaarbasis. Stapsgewijs kan hierna overig forensisch onderzoek gedigitaliseerd worden, omdat de IV-basis en architectuur is gelegd en de netwerkorganisatie op orde is. De inspanningen dragen bij aan meer, beter en sneller forensisch onderzoek in de keten, zodat opsporing en strafvervolging versneld en verbeterd kunnen worden.
Het kan efficiënter
In dit programma voert het ketenteam regie. Anders dan in de operationele processen zijn de ketenpartners op het vlak van het verbeteren van de informatievoorziening (bedrijfsvoering) gelijkwaardig aan elkaar. De behoefte aan regie door het ketenteam werd gevoeld. Dit is een regie in de vorm van faciliteren, het proces verzorgen waaronder besluitvorming op de juiste niveaus. Het leidt tot eenduidigheid, optimale afstemming, kennis en begrip en ook leren van elkaar.
Binnen het programma was veel vrijheid bij het ontwerpen van technische oplossingen. Dat is een voordeel maar voor landelijk hergebruik een nadeel. Vaak kwamen andere programma’s in de strafrechtketen met dezelfde ontwerpprincipes tot andere technische oplossingen. Zonder regie op de te kiezen technische inrichting ontstaan steeds nieuwe oplossingen en is er geen hergebruik mogelijk. Dat is inefficiënt. Daarom roept het programma op om elkaar hier te vinden en hergebruik te bespreken.