Telehoren blijft
Eind maart vonden er wekelijks tien zittingen plaats via telehoren, door de coronacrisis behandelen rechters inmiddels vierhonderd zaken via het beeldscherm. Pieter van Riemsdijk (Rechtspraak), Erik de Borst (DJI) en Hedda Janssen (OM) vertellen hoe dit ging. Plus: hoe werkt telehoren in de praktijk?
Hoe werkt telehoren bij rechtszaken?
Videoconferentie maakt het voor rechters en officieren van justitie mogelijk om verdachten op afstand te horen (telehoren). DV&O hoeft verdachten niet naar de rechtbank te vervoeren. In plaats daarvan brengen DJI-medewerkers de desbetreffende verdachten naar een telehoorruimte, die is uitgerust met een directe beeld- en geluidsverbinding met de rechtbank. De advocaat kan vanuit een andere plek deelnemen. Het OM is verantwoordelijk voor het inplannen van zaken.
Een aantal jaar geleden was er al een initiatief om telehoren in te voeren. Eind maart dit jaar vonden er wekelijks tien zittingen plaats via telehoren. Waarom werd er weinig gebruik van gemaakt?
De Borst: “Het kwam niet echt op gang, in de inrichtingen lag de apparatuur stof te happen. Er was geen noodzaak om over te gaan op telehoren. En wettelijk was het alleen toegestaan voor raadkamerzittingen voor volwassenen.”
Van Riemsdijk: “Alle gerechten konden beschikken over telehoor-apparatuur, maar daar werd niet intensief gebruik van gemaakt. Belangrijke reden: telehoren vraagt meestal meer tijd dan zittingen waarbij verdachten fysiek aanwezig zijn.”
Toen kwam de coronacrisis. Plotseling waren fysieke zittingen niet meer toegestaan.
Van Riemsdijk: “Met het niet laten doorgaan van fysieke zittingen groeide de behoefte om te horen op afstand, vooral in zaken waarbij mensen zich in voorlopige hechtenis bevinden. Behandeling van zaken in de raadkamer gevangenhouding of de behandeling van pro forma zaken op zitting kunnen niet worden uitgesteld. Telehoren biedt uitkomst. Dit op grote schaal organiseren was een enorme logistieke uitdaging.”
De Borst: “De Raad voor de Rechtspraak, het OM en DJI werden in elkaars armen gedreven. We moesten een list verzinnen. Organisaties werken niet voor elkaar, maar mensen werken wél voor elkaar. Al jaren ken ik Olav Welling, directeur van het Landelijk bureau Raad voor de Rechtspraak, het was leuk om weer samen te werken.”
Janssen: “Het OM heeft maar een kleine rol. Wij zijn verantwoordelijk voor de aanvraag van het vervoer van gedetineerden naar de rechtbank. ‘Ik bel DJI wel even’, riep ik tijdens de taskforce vergadering, me niet realiserend wat er allemaal komt kijken bij de omschakeling naar telehoren. In plaats van mensen fysiek te vervoeren, moest DJI nu zorgen dat justitiabelen op tijd klaar zaten in de ruimte die geschikt was gemaakt voor telehoren.”
Hoe verliep die omschakeling?
Janssen: “Mailboxen ontploften de eerste weken. Rechters waren gepikeerd omdat het inbellen niet lukte, de techniek niet meewerkte of de veroordeelde niet op tijd klaar zat. Te midden van al die emoties besloten wij om ons hoofd koel te houden. We wisten dat het niet meteen ideaal was, maar we moesten het doen omdat we geen andere keuze hadden. Toen ik op onze eigen administratie-afdeling ging kijken, zag ik medewerkers met tranen in hun ogen van frustratie omdat het inplannen niet lukte. Het verzoek van de ene rechtbank om ‘Pietje’ te horen in de gevangenis van Lelystad kwam binnen terwijl een andere rechtbank op datzelfde moment ‘Jantje’ wilde horen in dezelfde penitentiaire inrichting (PI).”
Inmiddels zijn alle gerechten en DJI-locaties voorzien van sets voor videoconferencing en vinden er wekelijks ongeveer vierhonderd telehoorzittingen plaats. Wat kan er beter?
De Borst: “We gaan nog twee lokaties van extra apparatuur voorzien. Alle zittingen worden nu bijgehouden. Misschien staat ergens een set te veel, waar er bij een andere PI nog wel een set bij kan. DJI is een echte doe-organisatie. Vandaag een klacht? Dan moeten we het morgen hebben opgelost. Elke week spreek ik Sander Dekker, die zelf ook lokaties bezoekt. ‘Weet je wel dat de microfoon in Alphen aan den Rijn niet werkt?’, zegt de minister dan. The devil is in the details. De kleinste narigheid in de uitvoering kan de grootste consequenties hebben.”
Van Riemsdijk: “In fysieke raadkamers gevangenhouding is het proces zo ingericht dat er tussen twee zaken in geen tijd verloren gaat. Daardoor is het mogelijk om soms wel veertig zaken achter elkaar te behandelen. Dus hoe meer het lukt om de tijd tussen twee zaken korter te laten zijn, hoe beter.”
Janssen: “Precies, vroeger konden rechters meters maken tijdens een ochtendje raadkamerzittingen, telehoren verloopt stroperiger.”
Wat is het voordeel van telehoren?
Van Riemsdijk: “Een groot voordeel is dat telehoren minder belastend is voor gedetineerden. Het vervoer naar het gerecht en het verblijf in een cel voorafgaand aan en na afloop van een raadkamerbehandeling, die soms maar tien minuten duurt, is vele malen belastender dan gehoord worden via een videoverbinding. Ook vertellen collega’s dat het voor TBS’ers soms beter is, omdat ze minder ontregeld raken.”
Janssen: “TBS’ers kun je beter in hun vertrouwde omgeving laten.”
De Borst: “Daarnaast zijn er minder vervoersbewegingen, dat scheelt kosten.”
Wat voor soort zaken kun je behandelen via telehoren?
Van Riemsdijk: “Op dit moment worden vooral pro forma zittingen en raadkamerbehandelingen met behulp van telehoren gedaan. Veel rechters vinden dat telehoren zich minder goed leent voor zaken die echt inhoudelijk worden afgedaan.”
De Borst: “Fysieke zittingen zullen blijven bestaan.”
Welke hobbels hebben jullie overwonnen?
Van Riemsdijk: “De logistieke uitdaging. Samen met DV&O hebben we een werkproces kunnen inrichten om daaraan tegemoet te komen. Met als mooiste resultaat een door DJI opgezet boekingssysteem. Het inplannen van zaken is daardoor een stuk gemakkelijker en minder foutgevoelig geworden. Knap hoe ze dat zo snel voor elkaar hebben gekregen.”
Hoe zorgen we ervoor dat we telehoren blijven gebruiken?
Van Riemsdijk: “Door telehoren te gebruiken in processen waarvoor het geschikt is. Als je telehoren gebruikt voor zaken die zich er minder voor lenen, dan zal het draagvlak voor telehoren snel afnemen.”
De Borst: “DJI wil er alles aan doen om deze virtuele wijze van rechtspreken maximaal te ondersteunen. De toekomst ligt nog in het gezamenlijk ontwikkelen van een nieuw systeem Telehoren 2.0.”
Janssen: “We hebben gezien dat telehoren in een aantal gevallen voordelen oplevert, dat moeten we zeker behouden. We kijken nu hoe we zaken nog beter kunnen organiseren.”
Welke lessen kunnen we uit dit project trekken voor samenwerking in de toekomst?
Van Riemsdijk: “Snel contact leggen tussen de organisaties. Snel in beeld brengen wie binnen de organisaties een zinvolle bijdrage kan leveren en die mensen bij elkaar brengen. Vervolgens niet te veel praten, maar aan de slag.”
Janssen: “Inderdaad: doorpakken en gewoon doen, dat werkt. Telehoren moest er gewoon komen. En we hadden elkaar nodig, dus dachten we alleen in mogelijkheden. Waren er meer videoconferencing sets nodig? Hup, dan regelde DJI meer sets.”
De Borst: “Ik werk veertig jaar bij politie en justitie, het is uniek hoe ketenpartners over organisaties heen hebben samengewerkt. Advocaten en rechters waren misschien wat sceptisch. Je moet daarom uitstralen dat het gaat lukken. Maar we zijn er nog niet. Wie gaat de nieuwe installaties en licenties betalen? En we werken met twee telehoorsystemen. De veertien nieuwe lokaties maken gebruik van andere videoconferencing sets dan de eerste vijftien rechtbanken die al aan telehoren deden. Idealiter werken we met één systeem. Ook daar heb ik alle vertrouwen in.”