Burgers zetten graag hun speurneus op
Columns
Wekelijks speuren burgers mee en krijgt de recherche waardevolle tips in Opsporing Verzocht. “Zet het programma niet alleen in als laatste redmiddel”, luidt de oproep van presentatrice Anniko van Santen en Franki Klarenbeek, coördinator van het landelijk team Opsporingscommunicatie bij de politie.
Franki Klarenbeek:
“Burgers betrekken bij de opsporing? Dat kan een slimme zet zijn. Rechercheteams kunnen het team Opsporingscommunicatie inschakelen als ze advies willen: wat zou een geschikt communicatiemiddel zijn om een vraag voor te leggen aan burgers? Het televisieprogramma Opsporing Verzocht, een heel bekend middel van ons, heeft wekelijks ruim 1 miljoen kijkers en tienduizenden volgers op social media.
Na toestemming van zaak- en persofficier om dit bijzondere opsporingsmiddel in te zetten, bekijken wij met het rechercheteam of we dat doen via het televisieprogramma, de Facebookpagina en/of het Youtubekanaal Opsporing Verzocht.
Weet u waar deze auto staat? Weet u wie deze persoon is? Alles begint met een goede vraag. Ook daar denkt het opsporingscommunicatieteam over mee. Burgers krijgen niet alles te zien, maar wel genoeg informatie om zich een beeld te vormen waarom en waarover ze mogen meedenken. Sommige mensen spoelen de beelden meerdere keren terug. Als Anniko vertelt dat een man moeilijk loopt, krijgen we tips van artsen die zeggen dat het loopje kenmerkend is voor iemand met een hernia. Daar zijn we heel erg blij mee. Al weten kijkers niet wie de getoonde dader is, toch delen ze kenmerken waar rechercheurs iets aan hebben.
Per uitzending komen er gemiddeld 80 tips binnen. Cruciaal is dat de tips meteen op de juiste plek terechtkomen. Als mensen de gratis opsporingstiplijn 0800-6070 bellen of digitaal het tipformulier invullen, komen ze uit bij het juiste onderzoeksteam. De politie is heel tevreden over het effect van het programma. Op zo’n 40 procent van de getoonde zaken volgt een aanhouding.
Rechercheurs denken dat de lat hoog ligt om met hun zaak in de uitzending te kunnen komen, maar dat is niet zo. Alle zaken waar voorlopige hechtenis op van toepassing is, komen in aanmerking. Nu brengen we vooral high impact crimes en veelvoorkomende criminaliteit. Maar schakel ons ook eens in bij fraudezaken of digitale criminaliteit. Het mogen vergevorderde zaken zijn die nog een laatste zetje nodig hebben, maar ook actuele zaken. Als er vandaag een schilderij van Vincent van Gogh wordt gestolen, gaat het morgen mee in de uitzending. Soms zetten rechercheurs Opsporing Verzocht, ‘het grootste buurtonderzoek van Nederland’, pas in als laatste redmiddel, wanneer niets meer lukt, maar het is zonde om daarop te wachten.”
Anniko van Santen:
“Wij maken televisie van de zaken die de politie aandraagt. Elke week zit er wel een woninginbraak in de uitzending, het is de kunst om er zodanig over te vertellen dat het mensen raakt. Op zo’n manier dat kijkers informatie ook echt gaan doorgeven. Mensen geven niet zomaar tips. Ze hopen dat een ander dat doet of voeren een innerlijke strijd: komt hun eigen veiligheid niet in het geding als ze hun mond opendoen?
Veel informatie is al lang en breed gecommuniceerd via de krant of in opsporingsberichten. In Opsporing Verzocht vertelden we niets nieuws over de kunstroof uit het Singer museum. Toch kwamen er veel tips binnen omdat we een specifieke vraag stelden. Het programma bestaat al 37 jaar en komt betrouwbaar over. Je hoort de telefoons van de opsporingstiplijn en ziet slachtoffers praten. In Nederland hebben mensen vertrouwen in politie en justitie, meer dan in veel andere landen. Daarom is het mogelijk om zo’n programma te maken: mensen zijn bereid om mee te denken. Kijkers zetten graag hun speurneus op; mensen houden van puzzels oplossen.
‘Heeft de politie er wel aan gedacht dat er een serienummer op zit?’ Mensen hopen dat zij de gouden tip aandragen. Je moet ze belonen als ze iets doorgeven. In de uitzending vertel ik bijvoorbeeld dat de politie precies door deze tip het verband zag. Een jaar geleden zochten we een veroordeelde in Iran. De man reageerde toen zelf met een filmpje waarin hij een lange neus maakte naar de politie. Veel burgers gaven toen tips door en onderzoekers van Bellingcat hebben aan de hand van Google maps achterhaald voor welk huis hij stond. Hoe kunnen gezochte criminelen nog onzichtbaar blijven als we zo’n enorme denktank tot onze beschikking hebben?
Soms maken de beelden iets los bij kijkers omdat ze zelf ook slachtoffer zijn geweest. Jarenlang vroegen we ons af: wat moeten we daar nu mee? Sinds vorig jaar werken we samen met Slachtofferhulp Nederland. Kijkers kunnen contact opnemen met deze fantastische club, gespecialiseerd in zorgverlening. Slachtofferhulp Nederland zorgt er tevens voor dat steunbetuigingen op de juiste plek terechtkomen. Samen zorgen we voor een hart onder de riem.”
Franki Klarenbeek en Anniko van Santen willen in de volgende Doorgeefcolumn graag Bert Woest, programmadirecteur bij het ministerie van Justitie en Veiligheid, aan het woord laten over de opsporing van onvindbare veroordeelden.
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.