‘Elke gevangenis heeft nu een digitale zittingskamer’
Columns
De coronacrisis heeft ook invloed op het werk in gevangenissen. Om besmettingsgevaar te voorkomen, hebben gedetineerden digitaal contact met het thuisfront, de gemeente en de rechtbank. Gerard Bakker, hoofddirecteur van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), merkt dat dat ook voordelen heeft.
“Op verschillende manieren heeft COVID-19 invloed op het werk in de gevangenissen. Tijdens de eerste coronagolf, nog voor de intelligente lockdown, kwamen alle 50 directeuren van DJI bij elkaar om te bepalen welke maatregelen we moesten nemen in onze inrichtingen. Een besmetting in een justitiële inrichting van DJI heeft grote gevolgen voor personeel en justitiabelen. We hebben verloven en bezoekuren opgeschort om de kans op besmettingen te verkleinen. Daarbij moesten we de rechten van gedetineerden natuurlijk wel waarborgen. In plaats van bezoek in de gevangenis mochten gedetineerden bijvoorbeeld skypen met het thuisfront. We hebben daarna in al onze bezoekersruimtes plexiglas geplaatst, waardoor bezoek op de locaties ook weer mogelijk werd. Toch kozen sommige justitiabelen voor de digitale variant, omdat ze hun familie en huisdieren liever in hun eigen omgeving zien of wilden beeldbellen met familieleden in het buitenland. Wat mij betreft is digitaal contact een blijvertje.
Anders samenwerken met ketenpartners
Ook voor de samenwerking had corona gevolgen. Het aantal in- en uitbewegingen in de penitentiaire inrichtingen willen we voor de veiligheid van personeel en justitiabelen tot een minimum beperken. Dat betekende dat we op een andere manier moesten samenwerken met onze ketenpartners. Bedenk dat de re-integratie in de samenleving al op de eerste dag van detentie begint. De kans dat iemand na zijn gevangenisstraf op het goede pad blijft, is groter als de vijf leefgebieden - werk, wonen, schuldhulpverlening, zorg en identiteitsbewijs – al in detentie op orde zijn. “We werken binnen om buiten te blijven”, zeggen we altijd tegen elkaar. Al snel was het contact van ketenpartners, zoals reclassering, gemeenten en vrijwilligersorganisaties, digitaal via beeldbellen. Gesprekken die in het kader van de rechtsgang nodig zijn, bijvoorbeeld gesprekken met een advocaat, mogen wel in de inrichting plaatsvinden.
Telehoren nam een vlucht
We hebben tijdens de eerste golf in elke gevangenis een digitale zittingskamer ingericht, met apparatuur om te kunnen videobellen. Eenvoudige zaken, zoals het verlengen van voorlopige hechtenis, kunnen we vanuit hier digitaal doen. Natuurlijk waren er de nodige kinderziektes met beeld en geluid, maar het gaat steeds beter. Telehoren heeft sindsdien een vlucht genomen. Inmiddels worden er in Nederland zo’n 350 zaken per week op deze manier behandeld. Voorheen vervoerden we voor alle zittingen justitiabelen naar de rechtbank. Dat betekende vroeg opstaan, uren in een busje zitten en vervolgens lang wachten op de rechtbank. Met een zitting van een half uur ben je zo een dag kwijt. We hebben gevraagd hoe justitiabelen het telehoren ervaren. Velen vinden het fijner.
Efficiënt, adequaat, en goedkoper
Ook voor de rechtspraak zitten er voordelen aan. Deze manier van werken is niet alleen efficiënt en adequaat, maar ook een stuk goedkoper. Als het aan mij ligt, gaan we na de coronacrisis door met digitale zittingen. Uiteraard moeten we blijven investeren in de techniek en logistiek. En regelmatig met de rechtspraak, het Openbaar Ministerie en de advocatuur bekijken wat er nog beter kan om telehoren verder te professionaliseren.”
In de volgende Doorgeefcolumn wil ik het stokje doorgeven aan Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak. Kunnen we telehoren er blijvend inhouden?
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.